Terugblik op 8 jaar SIR -doorlichtingen

Voorwoord

Leon Burgerhout is werkzaam als zelfstandig werkend Hoger Veiligheidskundige voor het adviesbureau “Proveiance”. Zijn werkgebied ligt met name in de chemie en petrochemie, maar ook andere vakgebieden zoals de civiele techniek en de energiebranche zijn hem niet onbekend.
Leon is begonnen als veiligheidskundige in 1998 voor het Industriële reinigingsbedrijf “Watco Industrial Cleaning” (voorheen Dapemo). In 2004 is hij daar gestopt en in 2005 is hij als zelfstandig adviseur verder gegaan. De interesses voor de industriële reiniging zijn echter altijd gebleven, vandaar hij in 2006 is begonnen met de doorlichtingen “hogedruk en druk-vacuüm” voor de SIR. Inmiddels is hier ook het vakgebied Chemisch Technisch reinigen bijgekomen. Al met al doet hij dit dus al 8 jaar met veel plezier. Tijdens de doorlichtingen wordt gekeken op wat voor een manier de SIR aangesloten bedrijven, welke een aanwijzing Hogedruk, Druk-Vacuüm of Chemisch Technisch Reinigen willen krijgen, hun testprotocol, inclusief bijbehorende administratie en registratie, hebben geregeld. De uitgangspunten zijn de handboeken betreffende deze vakgebieden welke door de SIR zijn uitgegeven.

De SIR -doorlichtingen

sir Terugblik op 8 jaar SIR -doorlichtingenIn 2006 is begonnen om de doorlichtingen op een wat meer gestructureerde wijze uit te voeren. Hiertoe zijn voor de drie vakgebieden standaard templates gemaakt zodat ieder bedrijf op dezelfde wijze wordt beoordeeld.
De templates bestaan uit een aantal verplichte vragen en een aantal aanvullende vragen. De eisen die uit de vragen naar voren komen zijn uit het betreffende SIR handboek afkomstig. Zoals het woord “verplicht” al aangeeft moeten deze vragen altijd positief beantwoord worden. Uiteraard zijn er regelmatig puntjes ter verbetering te vinden. Vandaar dat aan iedere vraag een score wordt toegekend. Voor de verplichte vragen moet de afzonderlijke score 60% of meer bedragen, voor de overige vragen wordt de gemiddelde score berekend. Uiteindelijk wordt er een eindscore bepaald welke het eindgemiddelde is van de gemiddelde score van de verplichte vragen en van de aanvullende vragen. Hierna vindt de volgende classificatie plaats:
0-60%: onvoldoende geen erkenning toegewezen
60-70%: voldoende, relatief veel ruimte tot verbetering erkenning toegewezen
70-90%: goed, kleine verbeteringen mogelijk
90-100%: uitmuntend, vrijwel alles gebeurt zoals het handboek voorschrijft

In het begin werden er regelmatig afwijkingen aangetroffen, denk aan manometers die niet geijkt waren, onjuiste testprotocollen, ontbreken van beveiligingen, onvolledige administratie e.d.
Daarnaast zijn er ook successen geboekt met betrekking tot het invoeren van de schroefdradentabel. In veel gevallen is deze standaardisering een verbetering omdat op deze wijze voorkomen wordt dat er bijvoorbeeld een te lichte slang op een te zware pomp aangesloten wordt (met een mogelijke klapslang tot gevolg).
Waarschijnlijk werkt het systeem waarin de prestaties middels een score wordt aangeduid competitief, want de afgelopen jaren was er een duidelijke verbetering te zien, ieder zelf respecterend bedrijf wilt toch immers zo goed mogelijk scoren. Momenteel zit het grootste deel van de bedrijven met een aanwijzing in de range “goed tot uitmuntend”.
Uiteraard is dit een fantastische prestatie, maar we moeten het niveau vasthouden en waar mogelijk verder verbeteren.
Ieder jaar blijkt helaas ook bij een klein aantal bedrijven dat het niveau terugloopt omdat er bijvoorbeeld een reorganisatie heeft plaatsgevonden of dat een sleutelpersoon is vertrokken. Vaak valt het eigenaarschap voor de keuringen dan tussen wal en schip. Dit geeft aan dat de doorlichtingen heel belangrijk zijn omdat slecht presterende bedrijven een directe bedreiging vormen voor de kwaliteit van keuringsplichtige materialen en middelen. De gevolgen zullen zich op termijn vertalen in ongevallen en incidenten en dat is nu net wat we binnen de SIR proberen te voorkomen.

Toekomstvisie

In de toekomst zullen de opvolgingsbezoeken blijven plaatsvinden om in ieder geval het bestaande niveau te handhaven. Vanaf 2015 voert de SIR zelf haar inspecties uit en zal L.Burgerhout dit slechts nog op afroep doen. Verder zullen er stapsgewijs verdere verbeteringen worden doorgevoerd. Voor 2015 zal er bijvoorbeeld extra gecontroleerd worden op de inhoud van de certificaten. De SIR heeft standaard templates ontwikkeld welke bij voorkeur gebruikt moeten worden. Afwijken mag, mits de items die op de SIR templates voorkomen ook in het bedrijfseigen certificaat voorkomen. De SIR zal voor afwijkende certificaten een formele goedkeuring geven als deze aan de eisen voldoet. Op deze manier ontstaat meer uniformiteit en is het in de markt duidelijk welke eisen de SIR aan een keuring stelt, deze komen terug op het certificaat.

Tijdens de doorlichtingen zijn diverse bedrijven met verdere verbetervoorstellen gekomen welke het keuringsprotocol nog verder kunnen borgen en de kwaliteit van de keuringen kunnen verbeteren.

Een tweetal voorstellen zouden op termijn perspectief kunnen bieden, de haalbaarheid is echter afhankelijk van het standpunt van de leden en de financiële middelen die nodig zijn om de voorstellen te kunnen uit werken tot iets concreets.
Het gaat om de volgende twee ideeën:

  1. Invoeren van centrale database waarin alle SIR-aangewezen keuringsinstanties hun certificaten registreren. Steekproefsgewijs kan een onafhankelijke keurmeester een controle doen op het correct uitvoeren van een keuring.
  2. Invoeren van praktijkexamen voor keurmeesters. De keurmeester heeft een spilfunctie en moet daarom heel goed weten hoe een keuring uitgevoerd moet worden. Momenteel kan iedereen, ook mensen zonder ervaring, het theoriediploma voor keurmeester halen. Praktijkervaring is echter cruciaal.